Programma Verkeer, Vervoer en Waterstaat

Inleiding

Het programma verkeer, vervoer en waterstaat richt zich op het verantwoord en veilig maken van het verplaatsen van mensen en goederen. De gemeente is verantwoordelijk voor het aanleggen en beheren van infrastructuur, het faciliteren van diverse vervoersvormen, het realiseren van parkeervoorzieningen en het reguleren van verkeer- en vervoersstromen binnen de grenzen van de bebouwde kom.

Voortgang

Toelichting op afwijkingen en relevante ontwikkelingen

Het verduurzamen van mobiliteit

Laadvisie

Middelburg werkt aan de zogenaamde integrale laadvisie. Deze Integrale laadvisie bepaalt de strategie van gemeente Middelburg om tijdig een toegankelijke, betaalbare, betrouwbare en veilige laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen te realiseren. Dit in navolging van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL), een bijlage van het Klimaatakkoord. Deze laadvisie richt zich op de volgende gebruikersgroepen: personenververvoer inclusief toerisme / doelgroepenvervoer / taxi’s / lichte en zware logistieke voertuigen en vaartuigen.

De verdere uitwerking en participatie van de laadvisie hebben we tijdelijk on hold gezet. Op dit moment hebben alle gemeenten in Zeeland nog een zogenaamd ‘open martkmodel’ Dit betekent dat alle laadpalenleveranciers in principe laadpalen kunnen plaatsen. Hoewel dit zorgt voor een marktwerking zien we dat het voornamelijk één partij is die laadpalen plaatst en hebben we hogere prijzen voor de gebruikers dan in andere delen van het land. Deze andere regio’s hebben in veel gevallen een gezamenlijke concessie uitgeschreven. Dit zorgt enerzijds voor aantrekkelijkere prijzen maar geeft ook minder administratieve lasten. Gezamenlijk met de provincie en een aantal gemeenten zijn we een onderzoek gestart of het voor Zeeland ook niet gunstiger zou zijn om naar een concessiemodel te gaan. In afwachting van de resultaten van dit onderzoek wachten we met de verdere uitwerking van de laadvisie omdat er dan andere principes gaan gelden dan nu in de concept laadvisie staan.

Om de druk op de openbare ruimte beperkt te houden is ons eerste uitgangspunt dat EV-rijders zoveel mogelijk laden op privaat terrein. EV-rijders die geen toegang hebben tot een privaat laadpunt moeten kunnen uitwijken naar semipublieke en publieke laadpunten. De gemeente neemt de verantwoordelijkheid om te zorgen voor een basisnetwerk van publieke laadpunten. De gemeente hanteert hiervoor een vergunningenmodel. Binnen dit model kunnen meerdere marktpartij onder door de gemeente opgestelde voorwaarden laadpalen plaatsen, beheren en exploiteren.

Laadpunten

In 2023 waren er ongeveer 435 (semi) publieke laadpunten in gemeente Middelburg. We staan pas aan het begin van de transitie naar elektrisch vervoer. De verwachting is dat het aantal elektrische voertuigen op de weg de komende jaren fors gaat groeien, mede doordat er steeds meer betaalbare modellen beschikbaar zijn. Dit geldt voor personenauto’s én voor commerciële voertuigen, zoals bestelwagens. Om in 2025 in de laadbehoefte van elektrische personenauto’s en bestelauto’s te voorzien zijn ongeveer 512 publieke laadpunten nodig. In 2030 zijn ongeveer 1500 publieke laadpunten nodig voor deze gebruikersgroep (een laadpaal heeft doorgaans twee laadpunten). In januari 2024 hebben we een verkeersbesluit om op 16 locaties een extra laadpaal te plaatsen, waarvan tegen één een toegekend bezwaar is geweest. De andere 15 zijn inmiddels geplaatst of worden binnenkort geplaatst. Op dit moment hebben we een nieuw verkeersbesluit in voorbereiding voor 8 locaties. Naast de openbare laadpalen zijn er dit jaar 6 vergunningen verleend voor laadkabels op de openbare weg die worden afgedekt met een speciale mat.

Deelauto's

Op dit moment staan er 8 deelauto’s in Middelburg. De deelauto is een duurzame oplossing die het autobezit ook fors kan terugdringen. Gemiddeld vervangt 1 deelauto 5 tot 10 privé auto’s. We zijn op dit moment in gesprek met een deelautoleverancier om dit aantal sneller uit te breiden.

Strategisch project: ontsluiting Veerse Meer Zuid

Verbeteren van de bereikbaarheid binnen Middelburg

Werken aan een gezamenlijk visie wegbeheerders voor een toekomstbestendige ontsluiting van het gebied Veerse Meer Zuid

Het project is in 3 projectfasen verkeerskundig onderzocht en uitgewerkt en er is per oplossingsrichting een omgevings-effecten-analyse uitgevoerd.

Fase 1 betreft maatregelen die op de korte termijn gerealiseerd worden op de route Postweg-Nieuwe Kraaijertsedijk en Calandweg. Deze maatregelen zijn gericht op het verbeteren van bestaande verkeersknelpunten met name voor het fietsverkeer op deze route en bieden daarnaast een verkeersveilige route voor het bouwverkeer richting het Waterpark Veerse Meer.

Fase 2 betreft maatregelen op de doorgaande route in Arnemuiden. Deze maatregelen worden op korte termijn gerealiseerd en zijn gericht op het verbeteren van de verkeersveiligheid van het langzame verkeer en leefbaarheid langs deze route.

Fase 3 Voor de robuuste Gebiedsontsluiting Veerse Meer Zuid zijn 6 varianten onderzocht en vervolgens ter beoordeling op haalbaarheid aan Rijkswaterstaat voorgelegd. Op basis van de reactie van RWS zijn er momenteel nog 3 robuuste varianten in beeld. Dit zijn;

• Variant A3: Dit betreft een volledig nieuwe aansluiting op de A58 ten oosten van Arnemuiden. De bestaande aansluiting op de A58 komt te vervallen. Arnemuiden en het Veerse Meer gebied wordt via een nieuwe ontsluitingsroute  ten noorden van de spoorlijn ontsloten op de A58.

• Variant A4b: Via een nieuwe parallelle ontsluitingsroute aan de zuidzijde van de A58 (in oostelijke richting) en een onderdoorgang onder A58 en spoorlijn wordt een verbinding gecreëerd die Arnemuiden en het Veerse Meer gebied aan de noordzijde van de spoorlijn ontsluiten.

• Variant A5: Deze variant betreft een nieuwe rondweg aan de zuidwestzijde van Arnemuiden die aan de zuidzijde van Arnemuiden een aansluiting krijgt op de huidige aansluiting van de A58 en op de noordwestzijde wordt aangesloten op de Derringmoerweg.

Bepalen hoe om te gaan met de ontsluiting van Arnemuiden

De onderzoeksresultaten en voorgestelde varianten zijn/worden in het 2^e kwartaal in een uitvoerige participatie besproken met bewoners en belanghebbenden van de gemeenten Goes, Borsele en Middelburg. De uitvoerigheid van dit participatieproces heeft meer tijd gekost dan voorzien. De eerder geplande bestuurlijke behandeling voor het zomerreces is daardoor niet mogelijk gebleken.

Na het zomerreces worden zal het bestuurlijke besluitvormingsproces plaatsvinden bij alle betrokken wegbeheerders.

Onderzoeken hoe de buurtbus past binnen het nieuwe mobiliteitsnetwerk

Onlangs heeft de provincie het nieuwe Programma van Eisen voor de busconcessie 2027 voor inspraak vrijgegeven. Hoewel hier veel opmerkingen van ons zijn overgenomen blijft het standpunt van de provincie dat buurtbussen die binnen één stad rijden niet gesubsidieerd worden. Ze geven daarbij wel aan dat de gemeente vrij is in het ontwikkelen en financieren van mobiliteitsvormen. Vanaf volgend jaar zal er naast de reguliere bussen ook een flextaxi (Flex) gaan rijden. De Flex is een op afroep beschikbare vervoersmiddel dat wordt gecombineerd met de huidige voertuigen van het doelgroepenvervoer. Deze Flex rijdt van opstapunt naar opstapunt waarbij binnen de bebouwde kom iedereen binnen 500 meter loopafstand een opstappunt kan bereiken. De verwachting is dat deze Flex zal gaan concurreren met de huidige buurtbus. Wij hebben bij de provincie bestuurlijk aangegeven deze ontwikkeling nadrukkelijk te willen volgen en hier op basis van cijfers verder over in gesprek te willen.

Voldoende parkeergelegenheid voor bewoners en bezoekers

Op 23 mei 2024 heeft de gemeenteraad de kaders vastgesteld voor de verdere uitwerking van het parkeerbeleid. In het kader van de uitwerking van het nieuwe parkeerbeleid moeten er diverse deelonderzoeken opgestart worden o.a. naar de alternatieve parkeerlocaties aan de randen van de Binnenstad. In de stuurgroep is afgesproken om de mogelijkheden van de locaties Hof van Tange en Q-park (Segeerssingel) in dit onderzoek mee te nemen. Dit onderzoek vraagt een brede inzet van meerdere clusters van de afdeling Leefomgeving en had, om binnen de planning te blijven, al gestart moeten zijn.

Voortgang financiën