Samenvatting en inleiding
De nu voorliggende rapportage is de bestuurlijke tussenrapportage 2024. Deze rapportage geeft een beeld van de voortgang van afgesproken prestaties uit de programmabegroting 2024 en rapporteert over de periode januari t/m mei van het lopende begrotingsjaar. De peildatum waarop de ontwikkelingen zijn geschetst is 1 juni 2024.
De bestuurlijke tussenrapportage laat de voortgang zien van de prestaties en de strategische projecten zoals opgenomen in de Programmabegroting. In tabellen is aangegeven welke concrete activiteiten volgens planning verlopen en waar de planning niet of niet geheel wordt gehaald. In de verschillende hoofdstukken worden deze tabellen met presentaties als eerste gepresenteerd om snel inzicht te krijgen in de voortgang. Daarna wordt een toelichting gegeven op de afwijkingen van de prestaties zoals in de begroting 2024 is aangegeven en wordt ingegaan op eventuele relevante actuele ontwikkelingen per programma. De rapportage over de programma’s sluit af met een financiële paragraaf. Daarin leest u de toelichting op geconstateerde financiële afwijkingen, zowel op budgetten als op kredieten. In deze bestuursrapportage wordt ook op deze onderwerpen ingegaan voor zover afwijkingen ten opzichte van de opzet of planning te melden zijn.
Voortgang programma's
In de toelichting bij de programma's is ingegaan op de afwijkingen ten opzichte van de in de begroting afgesproken prestaties. Daarnaast wordt ingegaan op de strategisch projecten Omgevingswet, Gebiedsontsluitingsvisie Veerse Meer Zuid en Klimaat, Energie en Circulariteit.
Wanneer de uitvoering in de eerste vijf maanden van 2024 overzien dan kan geconcludeerd worden dat het meeste van de voorgenomen activiteiten op schema liggen. In de toelichting bij de programma's kunnen ook nieuwe ontwikkelingen genoemd worden die nog niet voorzienbaar waren bij de vaststelling van de begroting 2024.
voortgang financiën
Naar peildatum 1 juni 2024 is door de budgethouders een inventarisatie gemaakt van de afwijkingen op de budgetten. Het betreft een inschatting van de afwijkingen op jaarbasis waarbij de begroting 2024 de basis vormt. Voor 2024 wordt een incidenteel voordeel verwacht van € 16.4 miljoen. Hoewel er diverse mee- en tegenvallers worden gerapporteerd kan een verklaring van het voordeel op hoofdlijnen worden toegeschreven aan:
Voordelen:
Superdividend ZEH (voordeel € 18.5 miljoen)
Hogere Algemene Uitkering Gemeentefonds: sept./dec. circulaire 2023, meicirculaire 2024 (voordeel € 2.2 miljoen)
Bouwleges (voordeel € 0.5 miljoen)
Nadelen:
GR Orionis - 3e begrotingswijziging 2024 (nadeel € 0.7 miljoen)
Energielasten (nadeel € 0.3 miljoen)
Uitvoeringsorganisatie IJZ (nadeel € 1.5 miljoen)
Voorziening spaarverlof (nadeel € 0.4 miljoen)
Inkomsten parkeren - naheffingen (nadeel € 0.5 miljoen)
OLAZ/Afvalstoffenverwijdering (nadeel € 0.9 miljoen)
Overig (nadeel € 0.5 miljoen)
In de financiele paragraaf van de programma's treft u een toelichting aan op de geconstateerde afwijkingen.
Een aantal posten in deze bestuursrapportage heeft een structureel karakter. Een groot deel van deze posten was reeds in beeld ten tijde van het jaarrekeningproces en is verwerkt in de kadernota 2025 - 2028. Daarnaast leidt de verwerking van de via het Rijk ontvangen meicirculaire 2024 tot een toename van de structurele inkomsten, aflopend van € 1.0 miljoen in 2024 tot € 0.5 miljoen in 2028 (betreft accres als gevolg van prijsbijstellingen, onderuitputting BTW-compensatiefonds 2023 en aanpassing maatstaf OZB). Het structurele effect vanuit de overige in de voorliggende bestuursrapportage gemelde mutaties waarvan verwerking in de meerjarenbegroting nog niet heeft plaatsgevonden is beperkt en bedraagt € 14.000 (nadeel). Bij het opstellen van de begroting 2025 worden deze structurele effecten alsnog meerjarig verwerkt.
Zoals te doen gebruikelijk in de bestuurlijke tussenrapportage wordt gerapporteerd ten opzichte van de begroting. De gemelde afwijkingen betreffen veelal de administratieve verwerking van eerder genomen (raads)besluiten, het bijstellen van budgetten als gevolg van ontvangen (Rijks)middelen (subsidies, circulaires), mutaties op de reserves en bijstelling van budgetten uit hoofde van begrotingsrechtmatigheid. De bestuurlijke tussenrapportage bevat duidelijk geen posten waarbij beleidsmatig keuzes te maken zijn en / of nieuwe wensen dienen te worden afgewogen. Dit vindt plaats binnen het jaarlijkse proces van de kadernota.